Marjan en Monique kwamen beide op dezelfde dag voor een intake en onderzoek bij mij. Beiden hadden heftige elleboogklachten met in de grote lijn dezelfde symptomen die een tenniselleboog deden vermoeden. Nu is er bij een tenniselleboog vaak meer aan de hand dan een ‘simpele’ elleboogklacht. Vaak is er ook betrokkenheid vanuit de nek en ook het ontstaansmoment en het beloop zijn belangrijke zaken om goed door te nemen.
Zowel Marjan als Monique gaven aan geen nekklachten te hebben. Toch heb ik dit wel meegenomen in mijn onderzoek. Bij Monique kwam een duidelijke beperking in de nek naar voren, wat heel goed een relatie kan hebben met haar elleboogklacht. Bij haar hebben we de behandeling ingezet op zowel de nek als de elleboog. Vanaf het moment dat er een duidelijke verbetering in de nek zichtbaar was, begonnen de klachten in de elleboog ook af te nemen. De nek was dus eigenlijk een voorwaarde voor herstel van de elleboog.
Marjan had geen beperkingen in de nek en bij haar was er sprake van een zogenaamd frictiesyndroom. Hierbij is er met de spier zelf niet zoveel aan de hand maar frictioneert hij steeds over het ‘botje van de elleboog’. De toegepaste tapetechniek duwt als het ware de spier tijdelijk wat van het bot af zodat de frictie eraf wordt gehaald. Met deze tape kon Marjan direct en bijna pijnvrij haar werk uitvoeren. De tape is tijdelijk nodig en deze zijn we geleidelijk aan het afbouwen, totdat ze helemaal zonder kan.
Zo blijkt maar weer dat klachten die op het eerste oog hetzelfde lijken wel degelijk verschillend kunnen zijn! Wij kijken daarom verder om u te helpen.
Henk Resink, Manueel therapeut bij Fysiotherapie Schmitz